Als mens communiceren we continu met onze omgeving. Via onze vijf zintuigen en onze intuïtie – ook wel het zesde zintuig genoemd, nemen we waar, interpreteren we en reageren we op de wereld om ons heen. Communicatie gaat dus veel verder dan woorden, en bovendien kun je niet-niet communiceren. Je staat continu in contact met je omgeving en je reageert hierop, of je nu wilt of niet.
Dat communiceren gaat met zo’n 2.000.000 waarnemingen per seconde. Dus iedere seconde ontvangen we een mix van zo’n 2 miljoen beelden, geluiden, geuren, smaken en gevoelens, waar we vervolgens ook weer (onbewust) op reageren!
Ons bewustzijn laat gelukkig maar een stuk of 7 van deze waarnemingen per seconde door. We ontvangen alle prikkels wel degelijk iedere seconde, maar zijn ons slechts bewust van een handjevol waarnemingen…zoals Ap Dijksterhuis mooi beschrijft in zijn boek Het slimme onbewuste.
Ons systeem past dus een zeer streng filter toe op de informatie die ons bewustzijn binnenkomt. Iedere seconde wordt de selectie gemaakt van welke informatie ons bewust bereikt. Zou dit niet gebeuren, dan zouden we gillend gek worden van alle informatie.
Dit filter is voornamelijk gebaseerd op relevantie. Enkel dat wat ons systeem relevant vindt wordt doorgelaten. Stel, je staat aandachtig met iemand te praten op een feestje en plots hoor je je naam vallen in een ander gesprek. Onbewust hoorde je ook alle overige woorden van het andere gesprek. Alleen je naam komt bewust door, omdat die relevant is.
Op deze manier zijn de ervaringen die we hebben en datgeen waar we (intern) mee bezig
zijn, bepalend voor wat we bewust waarnemen. Stel je koopt een rode jas, en morgen zie je
ineens allemaal mensen met rode jassen. Of je bent zwanger en plots zie je overal
kinderwagens? Wie kan er niet een vergelijkbaar voorbeeld noemen?
Wat wij bewust waarnemen zegt daarmee dus vooral iets over onszelf en onze focus, en niet zozeer over de feitelijke wereld. Verschillende personen kunnen een totaal ander beeld hebben bij eenzelfde situatie of omgeving. Laat maar eens een boswachter, een jager en een houthakker door een bos lopen en vraag ze hun waarneming te geven.
‘De Kaart is niet het gebied’ is de term die geregeld (o.a. binnen NLP) wordt gebruikt om dit fenomeen te beschrijven. Het duidt op onmiskenbare verschil tussen de feitelijke wereld (het gebied) en de filters die jij gebruikt om deze wereld te ‘lezen’ (jouw kaart).
Wil je je ontwikkelen in communicatie en in het bijzonder in coaching? Dan is het van grote waarde je te verdiepen in de verschillende kaarten die er zijn. De basisbehoefte bij communicatie is immers ‘begrip’ en hoe meer inzicht in de kaart, hoe meer begrip over het algemeen.
Dit gaat in de eerste plaats verdieping in je eigen kaart. Hoe hebben mijn ervaringen waarneming gevormd, m.a.w. hoe ben ik geconditioneerd? Welke keuzes heb ik gemaakt en hoe passend zijn deze keuzes nog, m.a.w. hoe actueel is mijn kaart? Dus ‘Eerst begrijpen’, in de eerste plaats van jezelf.
En al is het een stuk makkelijker gezegd dan gedaan… Het blijkt vaak lastig om met de ogen die waarnemen, ook de ogen zelf te aanschouwen.
Voor communicatie en contact is het onderzoeken van je eigen kaart cruciaal. Je kunt immers pas zien wat van de ander is, als je ziet wat van je zelf is…
Daarnaast gaat het natuurlijk om verdieping in de kaart van de ander. Je bereid tonen om je daadwerkelijk te verplaatsen in de kaart en het wereldbeeld van de ander. De wereld te zien, horen en voelen zoals hij/zij dat doet.
Juist de oprechte verdieping in de kaart van de ander leidt tot het nodige basisvertrouwen en verbinding in communicatie. Als mensen zich echt gehoord voelen, openen ze en tonen zich eerder bereid te komen met wat er echt speelt.
Bovendien groeit vanuit daar de bereidheid ook jou te horen. ‘Eerst begrijpen, dan begrepen willen worden’.