Dit artikel geeft een voorproefje in hoe je contact beleeft in privé- en werk-gerelateerde situaties, waartoe de Transitiecirkel dient en welk proces in iedere stap van de cirkel plaatsvindt.
Als mens maak je contact en ga je relaties aan. Die relaties zijn niet alleen intermenselijk. Je kunt een relatie hebben met een doel, een bedrijf, een gebeurtenis of een voorwerp. Op den duur verandert de relatie. Dit geldt voor elke relatie: van een ontmoeting van enkele minuten, een event van een dag, een project van een aantal maanden, een reorganisatie van een jaar, een duurzame vriendschap of een huwelijk van 50 jaar.
Verandering gaat altijd gepaard met een verlieservaring en rouw. Daarom staat de Transitiecirkel of Contactcirkel ook wel bekend als de Rouwcirkel. Hoe groter de hechting en de intimiteit, hoe moeilijker het afscheid en hoe groter de rouw. Je kunt verschillende soorten verlies ervaren. Een paar voorbeelden van ingrijpende veranderingen zijn:
Hoe verwerk je het verlies dat gepaard gaat met contact? En hoe maak je na dit verlies opnieuw contact? Welke stappen kun je hierin onderscheiden? En wat gebeurt er binnen elke stap? De Transitiecirkel kun je zien als jouw navigatiesysteem om een goed antwoord op deze vragen te vinden.
De Transitiecirkel komt uit het werk van Wibe Veenbaas en Piet Weisfelt en is mede geïnspireerd op de ‘bonding cycle’ van George Kohlrieser. De Transitiecirkel bestaat uit twee cycli, een buitenste en een binnenste.
Als je naar het verleden en naar de toekomst kijkt, ben je geneigd alle gebeurtenissen en relaties die je hebt ervaren in een lineaire lijn te zien die gebaseerd is op tijd.
Maar dit is slechts één manier om ernaar te kijken. Een manier die bovendien te simpel is, als je echt wilt begrijpen hoe jij omgaat met relaties. Voor een beter inzicht is het van belang te gaan zien dat binnen deze lineaire lijn een repeterend patroon – een cyclus – verborgen zit. Een cyclus die als een natuurlijke wetmatigheid geldt voor iedere relatie. Deze cyclus, bestaande uit zes opeenvolgende stappen (transities), doorloop je keer op keer als je een relatie aangaat. Elke stap is een natuurlijk vervolg op de vorige. En elke stap kan pas plaatsvinden, als je de vorige hebt doorlopen. Net zoals bij de seizoenen. Zo wordt het pas lente, als de winter is geweest.
Je ervaart alle seizoenen in een ‘volle’ ontmoeting. In zo’n `volle´ ontmoeting laat je authentieke gevoelens zien die steeds dieper en daarmee kwetsbaarder kunnen zijn. Maar omdat je instinctief bij pijn weggaat, schiet je weleens naar de binnenste cirkel waardoor je het leven niet meer vol kunt leven. Je trekt je terug, onthecht je, vermijd intimiteit, klampt je vast, er ontstaat gestolde rouw en je ervaart een gevoel van zinloosheid. Op de binnenste cirkel ben je aan het overleven. Je kan daarom niet op de buitenste cirkel bewegen als je op de binnenste cirkel zit. Je zult eerst de weg naar de buitenste cirkel weer moeten vinden.
Thema 1. Contact maken / Welkom heten
Alles begint met een welkom: een geboorte, een vriendschap, een baan, een nieuwe liefde. In het eerste welkom ontstaat de basis – de sociale omgangsvormen – voor hoe de relatie vorm krijgt. Deze omgangsvormen zijn een verzameling onuitgesproken regels, behoeften en verwachtingen over hoe mensen zich tot elkaar verhouden. Daarnaast tast je bij elk nieuw contact gevoelsmatig af of er een ‘klik’ is en of er voldoende basis is voor veiligheid en vertrouwen in de relatie. Hierbij neem je instinctief de ervaringen uit je verleden mee. Bij de allereerste kennismaking is dus óók jouw hele geschiedenis aanwezig.
De tegenhanger: Terugtrekken
Je natuurlijke gedrag is jezelf te beschermen. Bij dreigende pijn of angst in een ontmoeting, gebeurtenis of activiteit ben je geneigd het kwetsbare of pijnlijke te onderdrukken of je ervan af te keren. Je beweegt vanaf de buitenste naar de binnen-ste cirkel en raakt uit contact met jezelf en de ander. Je stapt uit de ontmoeting, trekt je terug en blokkeert de weg naar intimiteit. Je beschermingsmechanismen zijn aan het werk. Er wordt iets kwetsbaars aangeraakt wat aandacht behoeft.
Thema 2. Hechten en Verbinden
De tweede stap in een ontmoeting is hechting en ook in jouw manier van hechten kom je onherroepelijk je verleden tegen. Jouw hechtingspatronen zijn ontstaan in de eerste contacten met je ouders of verzorgers. Een ‘veilige’ hechting in je jeugd zorgt ervoor dat je je in het hier en nu makkelijker kunt verbinden met jezelf, de ander, plekken of situaties. Hechten is noodzakelijk, want het zorgt voor meer nabijheid en veiligheid. Je hebt het misschien niet altijd in de gaten, maar de hele dag ben je je aan het hechten, bijvoorbeeld tijdens een vergadering of in gesprek met je collega tijdens de lunch. Naast korte dagelijkse stappen, hecht je je ook aan iets of iemand in grotere cycli. Zoals de nieuwe baan waar je steeds meer aan begint te wennen, de missie en visie van de organisatie waarmee je je verbonden bent gaan voelen, of die ene persoon die je altijd laat lachen.
De tegenhanger: Onthechten
Als je in je jeugd een onveilige hechting hebt ervaren en dat onvoldoende hebt verwerkt, is de kans groot dat je in het dagelijks leven hechtingsproblemen ervaart. Je vindt het hoogstwaarschijnlijk lastig je te verbinden door de angst voor de pijn die een verlies met zich meebrengt.
Je kunt ook zijn opgegroeid met een veilige hechtingsstijl maar een eerdere verlieservaring niet goed hebben verwerkt, waardoor er nog sprake is van `gestolde pijn en rouw´. Hierdoor ervaar je het als lastig om je opnieuw te verbinden. Het stokt. Want je bent nog steeds gebonden aan het verlorene. Hierdoor voel je je minder verbonden met de liefde die het verlies je heeft gegeven én je nog steeds geeft vanuit de opgedane ervaring en herinnering.
Thema 3. Intimiteit en seksualiteit
Intimiteit gaat over aangeraakt worden, over nabijheid en je ten diepste kunnen verbinden. Bij intimiteit durf je je over te geven aan de ander, kun je je laten dragen, of vertel je je diepste gevoelens zonder alert te hoeven zijn. Intimiteit betekent elkaar aanraken op de grens. Dat kan extern: op de huid of het lichaam. Of intern, waarbij je je diepere gedachten, gevoelens of twijfels deelt. Intimiteit maakt kwetsbaar en de mate van je veilig voelen speelt hierbij een grote rol. Daarom volgt intimiteit logischerwijs op hechting. Waar intimiteit het aanraken van grenzen is, is seksualiteit het overschrijden van grenzen. We verwarren deze soms met elkaar. Seksualiteit kan volgen op intimiteit, maar dat hoeft uiteraard lang niet altijd zo te zijn.
De tegenhanger: Intimiteit vermijden
Het ‘vermijden van intimiteit’ kan voortkomen uit de angst om gekwetst te worden of teleurgesteld te raken. Die angst is gebaseerd op ervaringen uit het verleden. Het verlies van een dierbare kan bijvoorbeeld leiden tot het vermijden van intimiteit. Daarnaast kan je ook moeite hebben met intimiteit als je niet hebt geleerd hoe je intieme relaties kunt aangaan.
Thema 4: Afscheid nemen en verliezen
Elk contact en elke ontmoeting of relatie zal op enig moment eindigen, altijd. Eigenlijk wordt van je gevraagd om de acceptatie van het afscheid mee te nemen met het aangaan van een eerste contact. In ons leven nemen we op verschillende manieren afscheid. Vaak komen hier rituelen aan te pas. Rituelen markeren een overgang, een transitie. Het afscheid wordt bewust genomen. En daarmee kan de rouw goed doorleefd worden.
De tegenhanger: Vastklampen
In de praktijk is de beleving en verwachting van het afscheid per persoon verschillend. Wanneer je je eenzaam voelt, verlatingsangst hebt, of denkt dat een verlies te pijnlijk is, is de kans groot dat je gaat handelen vanuit een overlevingsstrategie. Je gaat het verlies ontkennen en klampt je vast aan wat er was. Je probeert als het ware de rouw voor te blijven. Ook hier ligt de basis om het verlies te kunnen aangaan verscholen in de hechtingsrelatie met de ouders/verzorgers.
Thema 5: Rouwen
Rouwen volgt altijd na een afscheid. Rouwen is niet voor niets een werkwoord. Tij-dens het rouwproces werk je aan een leven zonder datgene wat verloren is gegaan. Op die manier verweef je het verlies in je leven. Het rouwproces is als een slingerbe-weging tussen het verleden, heden en de toekomst. Tussen verlies en herstel. Je be-weegt heen en weer tussen werken aan je herstel, een tijdelijke ontkenning van het verlies en de pijn die zich spontaan aandringt door een bepaalde geur, een geluid, lied of beeld.
Tegenhanger: Gestolde rouw
Misschien zie je geen lichtpuntje meer bij een verlies. Alles lijkt donker en grauw. Je ervaart veel verdriet, onbegrip en boosheid. Wanneer je vlucht voor je (donkere) gevoelens, deze ontkent, of je gevoelens overdekt, ertegen vecht of ze verdooft, ontstaat er gestolde rouw. Op de meest onverwachte momenten word je overvallen door de pijn die nog steeds in je huist. Soms heb je geen flauw idee wat er gebeurt en waar de pijn vandaan komt.
Thema 6. Betekenis geven
Omgaan met verlies is een actief proces van betekenisgeving. Het is mens eigen om zin te geven aan zowel het bestaan als gebeurtenissen. Bij zingeving in gebeurtenis-sen kun je de volgende vragen stellen: Wat is er gebeurd? Wat betekent dit? Wat heb ik hier geleerd of wat heb ik te leren? Waar geeft de gebeurtenis mij zicht op? En Wat vind ik lastig? Zingeving is de laatste stap in een transformatieproces én een eerste stap op een nieuwe weg.
Tegenhanger: Zinloosheid ervaren
De laatste stap in de binnenste cirkel is het ervaren van zinloosheid. Je bent je er misschien van bewust dat een dierbare kan overlijden, dat je onverwachts je baan zou kunnen verliezen, dat je ziek zou kunnen worden en dat ouderdom een onderdeel van het leven is.
Misschien ben je je er ook van bewust dat je pijn zult ervaren en geschokt zult zijn op het moment dat een verlies zich in jouw leven manifesteert. Maar ben je je er óók van bewust dat deze schok vernietigend is en zowel lichaam als geest ontzet? Als je dusdanig ontregeld raakt door een verlies en niet goed weet hoe je je emoties kunt verwerken, kan je een ongenadige opeenvolging van momenten ervaren waarin je geconfronteerd wordt met een gevoel van zinloosheid. Dit lege gevoel is sterk bepalend voor de manier waarop je de wereld, je leven en je relatie tot mensen en gebeurtenissen ervaart.
De dagelijkse werkelijkheid is weerbarstig. Daarom gaan de stappen van de Transitiecirkel niet altijd in de volgorde van de thema’s. Het is voor iedereen anders. Soms ga je één stap vooruit en daarna twee terug. Of je slaat een stap over. De thema’s dienen zich als vanzelf aan als de tijd daar is.
Smaakt dit voorproefje naar meer? Download de hand-out. Hierin vind je een waardevolle oefening die je helpt bij het reflecteren op een transitieproces en je bewustzijn vergroot over de verschillende thema’s van de Transitiecirkel.
Wil je écht aan de slag? De Transitiecirkel heeft een belangrijke plaats in de opleidingen van Coachcenter, zoals Professioneel Coachen, Verdiepen als Coach en Leiden met Lef. Bekijk onze site voor meer informatie en bel ons wanneer je je verder wilt oriënteren.